Aan het Kielpark werd eind mei de eerste van drie nieuwe sociale woontorens officieel geopend. Ondertussen vinden de nieuwbakken bewoners stilaan hun draai in en rond de fraaie blok. Ook parkbezoekers zijn enthousiast. “Ik voel me hier een ware koningin.”
Na een periode van overwegend grauwgrijze wolken maakt de zon zich woensdagnamiddag opnieuw meester van de lucht boven het Kiel. Het is zo’n typische, prille zomerdag waarop het leven rustig voortkabbelt. In het Kielpark puft een flink ingeduffelde fietskoerier uit op een bankje. Een duo eksters speurt naar al wat blinkt, terwijl een koppeltje neerploft op een dekentje. Snoet in de zon, ver weg van elk schaduwvlak.
Achter hun rug torenen drie majestueuze torens uit boven de bomen. De zogeheten Kielparktorens werden midden jaren vijftig ontworpen door de Antwerpse architect Jos Smolderen en niet veel later opgetrokken. De gebouwen moesten, dankzij hun fraaie aanblik, de buurt een zekere standing verlenen. Ruim zestig jaar later voldoen de Y-vormige gebouwen helaas niet langer aan de hedendaagse veiligheids- en comforteisen. Een grondige renovatie drong zich op.
De basisstructuur van de gebouwen bleek echter niet meer te recupereren. Daarom zag de stad af van renovatie en besliste ze de Kieltorens volledig af te breken en ze te laten herrijzen met respect voor de oorspronkelijke stijl. Eind vorige maand is, na ruim zes jaar, de eerste van de drie nieuwe torens opgeleverd. De andere twee torens volgen, als alles goed gaat, in 2029 en 2030.
Van ver lijken de drie Kielparktorens nog steeds vrijwel identiek. Toch zijn ze dat verre van. Rondslingerend steenpuin, enkele vergeten buizen en Heras-hekken verraden dat hier nog niet zo lang geleden stevig gewerkt is. Maar het verschil tussen de nieuwste en twee oudere torens wordt pas van dicht bij echt duidelijk: de buitengevel oogt veel minder grauw. De terrassen verloren hun Sovjetlook en ook de spiksplinternieuwe inkomhal behoeft niet langer amateurkunst om het geheel op te leuken.
Tand des tijds
“Ach, deze toren is nog bewoonbaar hoor”, zegt de 76-jarige Stonny. Met twee overvolle winkeltassen in de hand baant hij zich met moeite een weg naar de lift in de authentieke inkomhal van Kielparktoren nummer drie. “Natuurlijk is de tand des tijds onverbiddelijk voor ons gebouw. Maar als het aan mij lag, hadden ze mij hier mogen laten tot ik verhuis naar hierboven”, wijst hij naar de hemel. “Een oude boom verplant je ook niet.”
Daarmee alludeert de rasechte Kielenaar op de gedwongen verhuis die hem de komende jaren te wachten staat. “Ik zou eigenlijk al in de nieuwe blok moeten wonen”, klinkt het ietwat gefrustreerd. “Ik heb gebeden, gesmeekt en gebedeld om te mogen verhuizen. Maar door allerhande protocollen blijf ik voorlopig waar ik ben.”
Stonny mag er niet aan denken zijn heimat te moeten verlaten. “Ik woon al 33 jaar in deze blok, en daarvoor bracht ik zeventien jaar door in de Jan De Voslei. Noem me gerust een man van de buurt. Ik wil hier nooit meer weg. Dit is mijn thuis. Bovendien zorg ik dagelijks voor een vriendin die wat verderop woont. Hopelijk wordt er hiernaast (wijst naar de nieuwbouw) nog een plekje voor mij gevonden.”
Dubbel glas
Als dat gebeurt, wordt Stonny misschien wel de buurman van Hilde Van Laere (70) en haar echtgenote Marie-Ange Scheltiens (66). Het koppel nam eind vorige maand zijn intrek in de gloednieuwe wolkenkrabber. “Het is hier werkelijk fantastisch”, vat Hilde haar gevoel gevat samen. “Marie-Ange en ik zijn in een andere wereld terechtgekomen. We hadden niet gedacht dat we ooit nog in zo’n knap appartement zouden wonen. Als we vrienden op visite krijgen, valt hun mond open van verbazing.”
Het Antwerps-Kempens koppel woonde jarenlang in de middelste toren. “Daar waren we ook gelukkig. Het gebouw was nog steeds prachtig, maar wel volledig uitgeleefd. Zodra ons appartement leegstond, werd pas echt duidelijk hoe erg het eigenlijk gesteld was. Nu hebben we eindelijk dubbel glas en is alles veel ecologischer. We zijn er honderd procent op vooruitgegaan.”
En met het koppel, nog tientallen andere gezinnen. “De meerderheid van onze buren uit de vorige toren woont nu ook hier”, duidt Hilde. “Tijdens de verhuisfase hebben we elkaar allemaal nog wat beter leren kennen. Er zijn ook veel nieuwe gezichten. Dat samenleven verloopt vooralsnog vlot. Het is tof, de hele wereld woont hier onder één dak. We zijn een echte melting pot.”
“Wij Vlamingen vormen hier zelfs een kleine minderheid. Daar heb ik niet de minste problemen mee. Maar zeggen dat we één grote familie zijn, is wel fel overdreven. Daarvoor zijn we gewoonweg te verschillend.”
Ondertussen maakt haar trouwe viervoeter Tommy van zijn oren. Misschien staat zijn hoofd wel naar een snuffelpartij in het Kielpark. Een tuin die menig stadshond ongetwijfeld benijdt. “Het Kielpark is beter dan een tuin”, lacht Hilde, die in het park actief is als vrijwilligster. “Als er vrienden op bezoek komen, maken we steevast een rondje.”
Lachgasflessen
Toch is de prille zeventiger niet blind voor de keerzijde van de medaille. “Niet alles is rozengeur en maneschijn. Zo treffen we vaak ballonnetjes en bijbehorende lachgasflessen aan de in de struiken. Ook de stepjes leiden wel eens tot problemen. Niet fijn, maar ik laat er evenmin mijn slaap voor. Het is hier gewoonweg goed leven.”
Terwijl Hilde poolshoogte neemt bij Tommy, worden we hartelijk verwelkomt bij buurvrouw Nicole Mathys (67). “Let alsjeblieft niet op de rommel”, verontschuldigt ze zich veelvuldig. “Ik ben nog volop in de weer met de verhuisdozen. Soms leidt dat even tot paniek. Vervolgens denk ik aan de mensen in pakweg Oekraïne en besef ik weer hoe goed ik het heb. Binnen enkele weken zal alles wel een plekje hebben gekregen.”
Nicole spreekt uit ervaring. Het is immers niet de eerste keer dat ze van flat verandert. “Zevenentwintig jaar geleden nam ik mijn intrek in een appartement op de vijftiende verdieping van de vroegere Kielparktoren 1. Mijn moeder woonde onder mij op de twaalfde etage. Het gebouw was verouderd, maar dat deerde ons niet. We gaan al ons hele leven kamperen, en zijn dus wel wat gewend. We maakten er zelf een thuis van.”
“Toen de toren werd afgebroken, verhuisden we tijdelijk naar de middelste van de drie torens. Ik had een appartement op het negende verdiep, mijn mama op het achtste. Normaal gesproken gingen we in mei dit jaar samenwonen in de nieuwe toren. Helaas is mijn moeder overleden in september vorig jaar. Ik mis haar nog elke dag. Maar ik betwijfel of zij zich hier wel thuis had gevoeld. Ik ben blij dat mijn moeder niet de stress heeft moeten ervaren die onvermijdelijk gepaard gaat met zo’n verhuis.”
Geen duivenuitwerpselen
Enkele weken na de verhuizing begint Nicole haar draai te vinden in haar nieuwe stulpje. “Ik woon nu op de tweede verdieping. Veel lager dan ik gewend ben, maar wel zeer fijn. Zo blijft mijn balkon bijvoorbeeld meer gespaard van duivenuitwerpselen. Ik kan eindelijk de mooie tuinstoel op het terras plaatsen die ik van mijn jongste zoon cadeau kreeg. Ik voel me hier een ware koningin.”
“Ik kijk ontzettend uit naar het warme zomerweer. Hopelijk smelt ik niet weg van de warmte”, lacht de zestiger. “De komende weken worden nog pittig. Maar zodra alle verhuisdozen zijn opgeborgen, begint het genieten.”
Vanop haar balkon kijkt Nicole uit over het Kielpark. Enkele meters onder haar weerklinkt het geluid van metalen ballen die, als alles goed gaat, tegen elkaar ketsen. De vijftigjarige Moustafa is er bezig met een potje petanque. “Ik groeide op in Marokko. In het dorp waar ik woonde, petanqueten de ouderen dag in dag uit. Logischerwijs kreeg ik ook de smaak te pakken. De microbe verdween nooit meer.”
De bedreven Marokkaan heeft zijn vaste trainingsspot in de schaduw van Kielparktoren 1, zo vertelt hij. “Ik woon vlak bij het Olympisch Stadion. Hier vind ik rust en schaduw om goed te trainen. Dat is nodig, want ik ben actief in competitieverband.”
“Af en toe passeren er jongeren die vragen wat ik uitspook. Ik nodig hen wel eens uit voor een spelletje. Op die manier kan ik de liefde voor de sport misschien overdragen. Want vergis je niet, petanque is heus niet alleen voor oude mannekes.”
“Of die jongeren in de nieuwe toren wonen? Dat weet ik niet. Ik ben in ieder geval blij dat hij er staat. Ik zag hem groeien tijdens mijn trainingen. Het is een leuk en knap gebouw geworden. En de schaduw die ik er gratis bijkrijg, is al helemaal fantastisch.”
IJsjes
Iets verderop in het park geniet Nathalie van het zomerweer. Ze trakteert haar kleinzonen Manzi en Tyler op een ijsje. “Als de zon schijnt, is dit onze place to be”, vertelt ze.
“Manzi en Tyler maken er telkens opnieuw vriendjes. Dat maakt dit park en deze wijk zo uniek. Jongeren genieten probleemloos van elkaars gezelschap. Een schril contrast met andere parken, in mijn ogen. Het Kiel is een plek zoals geen ander.”
|