“Ergens hoopte ik op een valse bekentenis.” De zus van de minderjarige P. (16), die hun moeder Lilia (46) en halfzusje Anna (6) om het leven bracht, kreeg haar broer al tweemaal aan de lijn. “Het liefst wil ik hem niet meer horen”, vertelt Alina. Haar eerste bezorgdheid is hen een mooi afscheid geven in hun thuisland en daarvoor vraagt ze hulp.
Alina slaapt al twee nachten op een rij amper. Eten doet ze enkel omdat het moet. Als ze al iets binnenkrijgt. De jonge vrouw van 28 ziet bleek, verteerd door verdriet. Vorige week vrijdag reisde ze halsoverkop van Ierland naar ons land. Haar broer belde haar in paniek op om te zeggen dat er in hun woning in het Vlaams-Brabantse Haasrode brand had gewoed. Hoe haar mama en halfzusje het stelden, daar bleef hij aanvankelijk vaag over. Amper 48?uur later legde hij volledige bekentenissen af bij de Leuvense speurders dat hij zijn moeder, halfzusje en hun hond zelf om het leven bracht. En nadien brand stichtte om sporen te wissen.
Tegen Alina loog hij dat hij op school zat. De ware toedracht van de feiten kreeg z’n zus maar met mondjesmaat te horen. “Eerst kreeg ik het nieuws van de brand”, vertelt Alina in een moeizaam gesprek. “Daarna vertelde de politie mij dat hun lichamen steekwonden vertoonden en ze het niet overleefd hadden. Het was dus niet zomaar een tragische brand. Even later kreeg ik telefoon dat mijn broer bekend had. Van het ene moment op het andere had ik het gevoel dat ik in een enge droom was terechtgekomen.”
Sinds de arrestatie van P. belde hij zijn zus tweemaal op. Hij verblijft momenteel in de gesloten gemeenschapsinstelling De Grubbe in Everberg en kan zelf contact opnemen als hij dat wil. “Het precieze gesprek tussen ons, vertel ik liever niet uit schrik om het onderzoek te schaden”, vertelt Alina. “Wat ik wel kan zeggen, is dat hij ruzie had met mama over zijn spijbelgedrag op school. Zoiets banaals. Er was weleens vaker ruzie, ja, maar moet je daarom zoiets aanrichten? Waren er echt geen andere manieren om dit uit te praten?”
Valse bekentenis
Alina pauzeert tijdens het gesprek meermaals. De taalbarrière maakt het sowieso al moeilijk om te praten. Via Google Translate maakt ze duidelijk wat ze wil vertellen. Hier, in een land waar ze amper iemand kent, leeft ze naar eigen zeggen van “minuut tot minuut”. “Mijn brein werkt precies niet meer”, vertelt ze. In België waren haar mama, broer en halfzusje haar steunpilaren. Ze benadrukt ook dat Anna voor haar als een echte zus was. Haar papa (en ook die van P., red.) stierf in 2017 door gezondheidsproblemen aan zijn lever. Alina voelt zich meer dan ooit alleen. “Ik dacht lange tijd — of misschien hoopte ik alleen maar — dat mijn broer een valse bekentenis had afgelegd en hij er dus toch niets mee te maken had. In Oekraïne hoor je wel vaker dat de politie iemand zwaar onder druk zet om iemand iets te doen bekennen dat hij of zij eigenlijk niet gedaan heeft. Ik dacht zelfs in eerste instantie aan de Russen. Er ging van alles door mijn hoofd, maar dat mijn broer hier zelf verantwoordelijk voor was, kon ik niet geloven.”
“Ik was van plan om hem te adopteren, hem te beschermen na zo’n verlies. Het was mijn eerste gedachte. (schudt het hoofd) Tot hij bekende wat hij gedaan had. Was hij onder invloed van drugs waardoor hij niet meer helder nadacht? Ik heb geen idee, maar normaal gezien doe je zoiets toch niet… Kijk, ik wil hem nooit meer horen of zien. Anna was nog maar een kind.”
Veilige plek
Alina’s laatste wens vandaag is haar moeder en halfzusje een waardig afscheid te geven in hun thuisland Oekraïne. Daarom startte ze eigenhandig een geldinzameling. Alleen kan ze de 5.500?euro die nodig is voor de repatriëring van de lichamen niet betalen. “Het is het enige wat ik nog voor hen kan doen”, zegt Alina. “Momenteel is het nog wachten tot het gerecht de lichamen van mijn moeder en zusje vrijgeeft. Ik wil hun gezicht nog een laatste keer zien. Nadien wil ik ze terug thuis brengen. Daar wil ik hen een laatste rustplaats geven bij hun familie. In Oekraïne is het gebruikelijk dat families samen begraven worden.”
Thuis in Oekraïne waar Lilia — roepnaam Lila — nog veel vrienden had en waar ook haar man en mama nog steeds wonen. Lilia vertrok niet voor haar plezier uit Oekraïne, de oorlog besliste daarover. De vrouw vluchtte drie jaar geleden samen met haar zoon P. en dochtertje Anna naar ons land. Weg van de oorlogsgruwel waarvoor ze haar kinderen wilde behoeden. Haar man bleef ginder, waar hij aan het front tot op vandaag nog steeds gewonden en dodelijke slachtoffers vervoert in Zaporizja. De eerste negen maanden verbleven Lilia en haar twee kinderen bij een gastgezin, nadien kregen ze de oude pastoriewoning in Haasrode toegewezen, de plek waar moeder en kind uiteindelijk het leven lieten. Een plek die de mama nota bene als veilig had bestempeld voor haar kinderen.
“Mijn oma, de moeder van mijn mama, weet nog steeds niet dat haar dochter en kleindochter dood zijn”, zegt Alina. “Ze is 86 jaar. Ik ben zo bang dat zij ook sterft... We hebben beslist om haar het slechte nieuws onder begeleiding van een dokter te brengen. We hopen dat ze het overleeft.”
“Mijn stiefvader en de papa van Anna is wel op de hoogte”, vervolgt Alina. “Ik sta in nauw contact met hem. Hij is er kapot van. Hij zou graag naar België afreizen, maar momenteel krijgt hij daarvoor geen toestemming. Het is dus ontzettend belangrijk dat de uitvaartplechtigheid in Oekraïne kan plaatsvinden zodat ook mijn oma en mijn stiefvader waardig afscheid kunnen nemen. Mijn moeder had ook nog veel vrienden die nog steeds in Oekraïne wonen. Ook voor hen is het belangrijk om bij de begrafenis aanwezig te kunnen zijn. We hopen op een beetje hulp van de mensen.”
Levenslustig
Alina hoorde haar mama vorige week donderdag voor het laatst via telefoon. De twee waren twee handen op één buik en hoorden mekaar meermaals per dag. Het gesprek ging over de inrichting van hun nieuwe stek in Kessel-Lo. Het gezin zou immers verhuizen en was ook al op zoek naar een schooltje voor Anna. Een begeleidster hielp het gezin daarbij.
Alina heeft het over de bijzondere band die ze had met haar mama. “Ze was mijn beste vriendin. Mijn mama was een heel lieve vrouw. Openhartig, vrolijk en levenslustig. Ze hield van het leven, van dit leven, hier in België. Ze was verliefd geworden op dit land, daarom wilde ze hier ook zo graag blijven. Ze deed er alles aan om zich te integreren en als volwaardig lid van deze maatschappij mee te draaien. Ze werkte in het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Kamillus. Daar was ze zo blij om. Haar werk gaf haar energie. Iedereen hield veel van mijn moeder. Ze was als de zon waarbij je wil opwarmen.”
Alina miste haar mama enorm. Een drietal keer per jaar kwam ze naar België om haar moeder, broer en halfzusje te bezoeken. “Ik heb mama verschillende malen gevraagd om naar Ierland te verhuizen. Ik woon daar op tien minuutjes van de zee. Het is er prachtig. Maar ze twijfelde. Wat had ik ze graag bij mij gehad zodat ik daar voor hen kon zorgen.”
Little angel
Over Anna is het moeilijk praten. Hulpverleners vonden haar lichaampje terug onder haar bed. “My little angel”, noemt Alina haar. “Anna was een karaktertje. Ze had een eigen willetje. Als ze ‘neen’ zei, was het ook echt ‘neen’. (lacht) “Ze had een hartafwijking en moest hiervoor talloze operaties ondergaan. Ze was zo dapper en tegelijk vrolijk en innemend. Een echte prinses. Mama’s prinses. Ze was mijn halfzusje, maar ik zag haar gewoon als mijn echte zus.”
Wat P. bezielde en waarom hij zo’n buitenproportioneel geweld gebruikte tegen zijn eigen familie is voer voor onderzoek. Het is een vraag die ook door Alina’s hoofd blijft spoken. “Volgende week word ik 29 jaar. 29 en wees, zonder ouders. In plaats van te vieren zal ik waarschijnlijk mijn moeder en zusje begraven. Hij heeft me alles afgepakt.”
{
"text": "Wie Alina wil steunen kan terecht op: https://send.monobank.ua/jar/3edYaDCLm4",
"type": "information_text"
}
|