“Het niet onze taak om het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) te verzwakken, maar wel om het sterk en relevant te houden.” Dat zegt de secretaris-generaal van de Raad van Europa, Alain Berset, in een reactie op een brief die premier Bart De Wever en acht andere EU-leiders schreven aan de Europese politieke gemeenschap. In die brief vragen ze een debat over de interpretatie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Insteek van de brief is dat de ondertekenaars meer ruimte willen om maatregelen te nemen tegen irreguliere migratie en criminaliteit op hun grondgebied. Ze wijzen onder meer op de interpretatie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens door het Europees Mensenrechtenhof, die “onze mogelijkheden heeft beperkt om politieke beslissingen te nemen in onze eigen democratieën”.
“Dit zijn complexe uitdagingen en democratieën moeten altijd openstaan voor reflectie via de juiste institutionele wegen. Maar duidelijkheid is essentieel”, zegt Alain Berset in een reactie. Berset is de secretaris-generaal van de Raad van Europa. Dat orgaan richtte in 1959 het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) op, een Europees gerechtshof dat toeziet op de naleving van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. “Debat is gezond, maar het Hof politiseren is dat niet. In een rechtsstaat mag geen enkele rechterlijke macht politieke druk ondervinden. Instellingen die grondrechten beschermen, mogen niet buigen voor politieke cycli. Als ze dat wel doen, lopen we het risico dat de stabiliteit waarvoor ze zijn opgericht, wordt uitgehold”, voegt Berset eraan toe.
De secretaris-generaal wijst er voorts op dat het Hof heeft gediend als “een vast kompas, dat de rechtsstaat handhaafde en individuele rechten beschermde binnen het systeem van checks and balances dat onze staten samen hebben opgebouwd”. Het is bovendien het enige internationale hof dat uitspraak doet over mensenrechtenschendingen in de context van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, zegt hij. “Dit mag nooit in twijfel worden getrokken.”
Berset besluit zijn reactie dan ook met te zeggen dat het “in het licht van de complexe uitdagingen van vandaag niet onze taak is om het Verdrag te verzwakken, maar om het sterk en relevant te houden”. Dat moet er volgens hem voor zorgen dat vrijheid en veiligheid, gerechtigheid en verantwoordingsplicht in evenwicht blijven. “Dat is onze nalatenschap. En dat is onze gezamenlijke plicht.”
|