Het is niet voor henzelf, maar voor hun eenzaamheid. Dinamo Minsk - op donderdag tegenstander van Anderlecht - arriveert op dinsdag al in Brussel. De Wit-Russen verkiezen te logeren in het hart van Brussel en niet in het afgelegen Tubeke. Na 54 dagen isolement doet wat leven in de brouwerij deugd.
Anderlecht moet donderdag de poort openbonken naar de competitiefase van de Europa League. De Wit-Russische tegenstander Dinamo Minsk droomt evenwel nog van een stunt in het Lotto Park. De 0-1 nederlaag uit de heenmatch lijkt hen niet onoverkomelijk.
Opvallend, de ploeg uit Minsk opteerde ervoor om te logeren in het hotel in het centrum van Brussel. Dat was alleen vroeger een vaste gewoonte voor tegenstanders van paars-wit. In de tijd van Michel Verschueren huisden de Europese rivalen meestal in het prestigieuze Hotel The President in het Brusselse noordkwartier. Het zorgde ervoor dat de spelers overdag wat konden genieten van onze bruisende hoofdstad en dat ze na de wedstrijd – als ze niet meteen het vliegtuig terug namen – ook een stapje in de wereld konden zetten.
Dat veranderde allemaal toen het nationale oefencomplex in Tubeke uit de grond werd gestampt (in 2016). Op dat domein staat ook het Martins Red hotel en daar zijn voor een voetbalploeg alle faciliteiten voorhanden om optimaal toe te leven naar de match. De jongste jaren werden de Europese tegenstanders van Anderlecht meestal daar onder gebracht. De busrit naar Anderlecht en naar de luchthaven is iets langer dan naar het stadscentrum van Brussel, maar de omgeving is er kalm en rustig. Niets om de concentratie weg te nemen. Onder meer Ludogorets gebruikte dit hotel in 2022 toen RSCA hen uitschakelde.
De mannen van Minsk bedankten nu vriendelijk voor het Martins Red Hotel in Tubeke. Dat hoeft niet eens zo te verwonderen. De staf en spelers van Dinamo zitten eigenlijk al 54 dagen in een behoorlijk isolement. Ze hebben hun laatste competitiematch in de Wit-Russische hoofdstad gespeeld op 4 juli tegen Dinamo Brest, een 1-0 zege. Daarna stapten ze even uit de nationale competitie, die al 15 speeldagen ver was, om de Europese voorrondes te betwisten.
Daarvoor kon het team niet in hun eigen land, in hun eigen stadion blijven. De UEFA verbiedt Europese matchen in Wit-Rusland door hun nauwe banden met Rusland in de oorlog tegen Oekraïne. Dinamo verhuisde daarom naar het Hongaarse stadje Mezökövesd, een gehucht waar amper iets te beleven valt in het midden van Hongarije. Ze speelden er in een leeg stadionnetje voorrondes tegen Pyunik uit Azerbeidzjan, Ludogorets uit Bulgarije, Lincoln Imps uit Gibraltar en dus tegen Anderlecht. Tussendoor konden de spelers niet terugreizen naar Minsk omdat die verplaatsing naar hun moederland te complex was.
Na 54 dagen weer bij familie
De profvoetballers leefden en trainden – op de Europese verplaatsingen na – 54 dagen in Hongarije en zagen hun familie niet. Het bestuur van Dinamo Minsk vindt niet dat iemand te klagen heeft, maar drie dagen in het levendiger Brussel kan de jongens extra energie geven. De spelers van Dinamo Minsk kunnen trouwens niet wachten om tegen Anderlecht aan te treden. Na de wedstrijd vliegen ze voor het eerst in bijna twee maanden terug naar Minsk.
Ze doen dat liefst met de kwalificatie voor de Europa League op zak. Hun afwezigheid in de Wit-Russische competitie heeft overigens weinig verschil gemaakt. Ondanks vier wedstrijden achterstallige matchen staat Dinamo Minsk nog altijd derde in het klassement op slechts 5 punten van leider Neman Grodno. Het is toch aan RSCA om hen donderdag toch met vrij lege handen huiswaarts te sturen.
|