De Lamorinièrestraat is mee het hart van de joodse buurt, al decennia. Maar er is iets vergeten, vergaan en verborgen aan deze straat. Veel prachtige herenhuizen zijn op het eerste afgeschreven. Een volledig nieuw begin of een grondige renovatie lijkt het laatste dat ze kan redden. Tussen de oude gebouwen torent nu een gigantisch nieuw complex van eventzalen en aula’s: congrescentrum Vestar. Misschien is dit wel het begin van een groenere straat met levendige winkels en een geslaagde mengeling van culturen?
Na een week vol regen versiert een stralende zon de nieuwe site Vestar. Een impressionant gebouw in de Lamorinièrestraat dat binnenkort gevuld wordt met chique uitgedoste bezoekers, op post voor hun volgende congres of evenement. Maar voorlopig heerst er nog rust in de Lamorinièrestraat. Als je er doorheen wandelt, lijkt het alsof een geschiedenisboek open gaat. Maar wel een boek dat bedolven ligt onder het stof, achteraan in de bibliotheek.
Het groene imago dat Vestar zich aanmeet, is voorlopig nog niet te vinden in de eerder grijze Lamorinièrestraat. “Dat is een proces dat moet groeien”, verzekert leerkracht Estelle Herou (42). Met haar vrolijke, rode jas komt ze aangefietst en houdt halt bij het Lycée Français International d’Anvers. Al jaar en dag zitten er verschillende scholen in de Lamorinièrestraat. Voor elk wat wils, alle leeftijden, talen en culturen. “Onze school baadt in een prachtige, groene omgeving. En wanneer je hier buiten wandelt, heb je meteen de mogelijkheid om over te steken naar het Groen Kwartier.”
Dat de Lamorinièrestraat op dat vlak nog een beetje achterop hinkt, geeft ze toe. “Ik heb er alle vertrouwen in. Je merkt dat iedereen pogingen doet om die frisse, natuurlijke sfeer naar hier door te trekken. Binnenkort is ook onze gevel prachtig begroeid met sierlijke planten en er verschijnen volop stadstuintjes en bomen in de straat.”
Vol passie rollen de Franse woorden uit Estelle haar mond. Ze geeft nog maar een jaar les op de internationale school. “Het is hier zo leerrijk om de gemeenschappen te zien samenkomen in één straat. Elk heeft zijn manier van leven en er heerst een wederzijds respect. Ik vind het uniek dat achter deze schoolpoort die verschillende culturen een mooi geheel vormen.”
Net voor ze gehaast de schoolpoort achter zich wil toe trekken, werpt ze ons met een glimlach de laatste woorden toe: “De uitdaging blijft steeds om elkaars taal te spreken. Letterlijk en figuurlijk.”
De herkenbare, gele bouwvergunningen hangen hier op vele klassieke herenhuizen en schreeuwen om aandacht. Maar plots springen ook kleurrijke, kunstige tekeningen in het oog. In het bovenste raam van een studio overleggen enkele creatieve breinen over de juiste compositie van een fotoshoot. Tim Oeyen (51) en Sanny Winters (48) vormen een duo grafische designers. Van de affiches van de Reuzenstoet tot de covers van Humo, hun bekende creaties vinden de weg naar een groot publiek. Maar we willen het dus over de Lamorinièrestraat hebben.
“Het is een interessante straat, het is al jaren het hart van de joodse buurt. En sinds kort heb je dat uitdagend samenspel met de jonge, hippe bewoners”, beschrijft Sanny. De alternatieve, groene jeugd die de bakfiets vult met planten en platen van de nieuwste hipsterwinkels staat in schril contrast met de eeuwig zwartgeklede traditionele joden met hun goed beschermde Thora onder de arm.
Kleinblatt
Ook Sanny en Tim geven toe dat er helaas weinig interactie is tussen de verschillende gemeenschappen. “Het begint wel een beetje te ontdooien. We steken hier wel vaker de straat over om onze lunch te halen bij de kruidenier”, vertelt Sanny. Maar verder dan een uitwisseling over de koffiekoeken van Kleinbatt gaan de gesprekken niet.
Zowel toen ze nog op de schoolbanken zaten als toen ze lesgaven op Sint-Lucas kwamen deze creatieve geesten in contact met deze buurt. Toen dit pand vier jaar geleden vrijkwam, voelde het vertrouwd om hier hun bureau te beginnen.
“We wilden heel graag een omgeving waar veel te beleven valt. Hier passeren mensen die curieus hun neus door het raam duwen of, zoals jullie, zwaaien vanop de straat”, lacht Sanny. “Passanten spreken ons aan als iets hen beroert. Op die manier krijgen we echt een connectie.”
“Sanny maakte naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne een ‘Fuck War’ poster die ze aan haar raam hing”, vult Tim aan. “Enorm veel mensen vroegen of ze een foto mochten nemen of een kopie konden kopen. We maken sowieso emoties los, het is leuk om die aan den lijve te ondervinden.”
Het valt meerdere buren op dat hier heel wat mooie gebouwen leegstaan. Tim vertelt al grappend dat je heel je inboedel hier bij elkaar kan rapen. “We hebben al potten, pannen, bedframes en tv’s voor de deur gevonden.” Maar niet enkel huizen kwamen leeg te staan, verschillende panden werden vroeger ook gevuld met boetieks of winkels.
Plant Corner
Op de hoek van de Isabellalei lacht de zonnige Plant Corner ons toe. Binnenkort moeten we jammer genoeg ook van deze zaak afscheid nemen. De eigenaars trekken met hun groene vingers terug naar thuishaven Brussel. “Een oud vrouwtje vertelde me dat de Isabellalei ooit een bruisende shoppingstraat was, daar blijft nu weinig van over”, vertelt uitbaatster Sofie Vertongen (36).
De vooruitzichten van de andere projecten van The Plant Corner zien er rooskleurig uit. Het valt helaas niet meer te combineren met de winkel in hartje Antwerpen. Sofie: “Het is hier zo organisch gegroeid, achteraf sta je echt versteld van wat we hier verwezenlijkt hebben in 6,5 jaar.” Wat begon als een stockageruimte groeide uit tot een plek waar workshops en initiaties doorgingen.
“Ik genoot zo van de verschillende klanten die hier passeerden. Vaste klanten die steeds tevreden met een aanwinst naar buiten liepen om hun urban jungle uit te breiden. Snelle passanten die nog rap een cadeautje bij elkaar zochten. Of oude vrouwtjes die met de verpleging van het woonzorgcentrum bij wijze van wandeling een tochtje door onze winkel maakten.”
Op de voorlaatste hoek van de Lamorinièrestraat versiert een klein houten terrasje de stoep. Anas Haroun (26) nam hier de lunchbar over nadat die kopje onder was gegaan tijdens de lockdown. “Het was een uitgelezen kans om als zelfstandige op te starten. Het begin was zeker niet makkelijk, nu loopt het wel los. Ik volgde mijn opleiding brood en banket via leercontract van Syntra.” Enkele jaren aan een stuk sprong hij vroeg uit te veren en draaide mee in een bakkerij. “Zo vroeg mijn bed uit, was toch niet meteen iets voor mij, dit is leuker.”
De nieuwe lading klanten, die Vestar met zich mee zal brengen, wil Anas met open armen ontvangen. “Ik merk meteen wanneer het vakantie is: geen gehaaste bedrijfsmensen meer die ongeduldig op hun panini wachten of studenten die aan de lopende band broodjes komen uithalen. Als Vestar de deuren opent voor een congres of evenement, reken ik erop dat velen de weg naar Royal Anas zullen vinden.” Met een grote glimlach en een Cent-wafeltje stuurt hij ons terug de koude herfstlucht in.
Net als de andere bewoners ziet Anas veel potentieel in zijn Lamorinièrestraat. Automobilisten, fietsers en voetgangers passeren ondertussen. Zonder de straat echt in zich op te nemen. Is het vergane glorie? Kan het heropleven? Door de frisse bries wapperen de vlaggen van Vestar moedig: klaar voor het nieuwe hoofdstuk?
|