Hoewel de langetermijnrente sinds eind vorig jaar flink aan het stijgen was, staat ze alweer flink lager. Terwijl die in juni nog 2,5 procent bedroeg, staat de teller nu rond de 1,4 procent. Hoe komt dat? En wat zegt dat over de economie?
Eind vorig jaar zat de langetermijnrente nog onder nul. Zeer voordelig voor wie een hypothecaire lening wou afsluiten. Maar sindsdien ging het pijlsnel omhoog. Om de torenhoge inflatie te counteren, beslisten zo goed als alle centrale banken – de Amerikaanse en Britse wel veel sneller en forser dan de Europese Centrale Bank (ECB) – om de rente op te trekken. De langetermijnrente anticipeerde daar zelfs op, waardoor de rentevoet in juni al piekte op 2,5 procent. Alle leningen werden een flink stuk duurder. Aangezien de ECB al aankondigde dat er nog renteverhogingen zitten aan te komen, was de verwachting dan ook dat de langetermijnrente op zijn minst niet zou dalen.
Maar dat is dus niet het geval. Dinsdag stond de rentevoet met 1,28 procent op het laagste niveau sinds april. Later op de dag bedroeg hij alweer 1,4 procent, maar ook dat is nog een heel stuk lager dan de 2,5 procent van in juni.
LEES OOK. Belgische langetermijnrente zakt tot laagste peil sinds april
“De langetermijnrente op tien jaar wordt door verschillende factoren bepaald. De inflatie en de rente van de centrale banken, maar ook door de economische groei”, legt Bart Van Craeynest, hoofdeconoom van Voka, uit. “En de markten focussen nu sterk op dat laatste. De vrees bestaat dat een groot deel van de wereld in een recessie terechtkomt. De economie vertraagt, het consumentenvertrouwen staat op het laagste niveau ooit, de industriële activiteiten slabakken. En wanneer er een recessie is, daalt de inflatie automatisch en zal de ECB ook de rente niet meer optrekken. Dat is toch de redenering”, aldus Van Craeynest.
De Voka-econoom verwacht echter niet dat we nu weer naar zeer lage rentes gaan. “De rente stijgt nooit in één rechte lijn. De obligatiemarkten zijn zeer volatiel en kunnen ook snel keren. Structureel zitten we nog altijd in een opwaartse beweging. Het gevaar van de inflatie bestaat nog altijd en kan zelfs nog groter worden. Er bestaat nog altijd onzekerheid over wat op ons afkomt en de ECB zal daar nog altijd op focussen. Een renteverhoging van 0,5 procent (die vanaf 21 juli is ingegaan en de rentevoet nog altijd maar 0 procent doet bedragen, red.) zal daarbij niet veel verschil maken.”
Paul De Grauwe maakt dezelfde analyse. “De langetermijnrente is eigenlijk de verwachting van hoe de verschillende kortetermijnrentes er in de toekomst gaan uitzien. En de markten denken dat de ECB nu toch een stuk voorzichtiger gaat worden nu er een recessie zit aan te komen. Wanneer de ECB hard op het gaspedaal duwt en nog fors de rente verhoogt, duwt zij de economie nog meer de dieperik in.”
De Grauwe is minder uitgesproken over wat de toekomst gaat brengen. “Ik durf geen voorspellingen te maken. De markten overreageren vaak, maar er zijn nu te veel onzekerheden, zeker met de oorlog in Oekraïne. De trend was stijgend, maar we zien nu overal een sterke terugval, zelfs in Italië.”
|