СПІЛЬНО БАЧЕННЯ  ::  ІНОЗМІ
Переклади, аналітика, моніторинг - Україна (і не лише) очима іноземних ЗМІ
         Головна        
        Політика        
      Human rights      
  Міжнародні відносини  
        Культура        
          Спорт         
        Більше...       

Знайдено на сайті:Het Nieuwsblad
Мова:19 (Dutch / Nederlands)
Заголовок:

Slachtoffers bouwramp getuigen: “Als ik een schroevendraaier vastpak, zie ik de school weer instorten”

Резюме:

De werf van de ingestorte school in Antwerpen was een beerput van zwartwerk, schijnzelfstandigheid en uitbuiting. De verhalen van de slachtoffers leggen een diepe malaise bloot in de Belgische bouwsector. “Sinds de ramp zit ik in de schulden. Ik voel mij vergeten.”

“Weekend”, zegt Ali (29) met een glimlach tegen Said (27). “Nog een paar uurtjes en de week is voorbij.” De twee bouwvakkers ­genieten van hun laatste pauze in de zon. Het is vrijdag 18 juni 2021, precies een jaar geleden. Aan de overkant van de werf van de school Zuidzin spelen meisjes in een fontein. “Zullen we binnen nog even opruimen en dan chillen?”, vraagt Said. “Ik heb ook zin om in het water te springen.” Ze praten nog met een collega, verzamelen wat spullen, beginnen met ­opruimen en horen plots een enorme knal.

Vier verdiepingen hoger zijn Viktor (26), Nicolae Ivanov (38) en Mihail Balan (29) minder blij met het warme weer. Ze zijn pas drie dagen geleden begonnen op de werf en zweten zich te pletter. Er moet een nieuwe chape gelegd worden boven en het tempo ligt hoog. Over vier weken moet de school klaar zijn. In september zullen honderden leerlingen hier les krijgen. Maar de Moldaviërs klagen niet. Ze zijn dankbaar dat ze überhaupt werk hebben. In hun thuisland zijn de lonen de laagste van ­Europa en is de werkloosheid torenhoog.

What the fuck was dat?” Said en Ali kijken verschrikt naar boven. Ze kunnen de klap niet thuisbrengen. Weer een kraan die is omgevallen? Ali is niet te spreken over de werkomstandigheden. De tapijten op de trappen liggen los en zijn gescheurd. Van de werfleider mogen ze de hijskraan niet gebruiken om de zakken cement naar ­boven te brengen. Het sleuren heeft hem last in zijn knieën en rug bezorgd. Toen Ali signaleerde dat de leuningen niet stevig waren, zei een ploegbaas hem: “Ach, zet ­gewoon een helm op.”

Dan klinkt een tweede enorme knal. De vloer trilt en Said wil gaan kijken, maar Ali grijpt in. “Nee, nu weg hier!” Hij grijpt zijn kameraad bij de jas en sleurt hem weg. “Miljaar, dat was op het nippertje”, zal Ali later zeggen.

LEES OOK. Vakbonden benadrukken hoge sterftecijfers in bouwsector bij herdenking ramp op Nieuw Zuid: “Er is een structureel probleem”

Schedelbreuk

Viktor hoort alleen de eerste knal. Daarna wordt het zwart voor zijn ogen. Het gebouw is boven zijn hoofd ingestort. De drie Moldaviërs worden bedolven onder staal, steen en glaspartijen. Viktor krijgt een stuk ­beton op zijn hoofd. Hij breekt zijn schedel en verschillende botten in zijn arm. Ook aan zijn rug loopt hij een lelijke wond op. Nicolae en Mihail, die een paar meter verder staan, worden verpletterd en overleven de ramp niet. Ook Cristiano Santos (33), Carlos Quiterio (35) en Antonio Rosario (57), drie Portugezen die een verdieping ­lager aan het plafond werken, raken bedolven en komen om.

Geen wake-upcall

Met vijf doden en negen zwaargewonden is de instorting van de school de grootste tragedie in de Belgische bouw in jaren. “Het is een van de donkerste dagen van de stad die ik heb meegemaakt”, zegt burgemeester Bart De Wever (N-VA). Uit alle hoeken klinken steunbetuigingen voor de slachtoffers. Dit moet een “wake-upcall” zijn, klinkt het zowel bij meerderheid als oppositie in de Antwerpse gemeenteraad. “Ik wil mijn diepste medeleven uitdrukken voor de slachtoffers en de familieleden”, zegt De Wever tijdens een rouwceremonie.

Maar een jaar later staan die slachtoffers nog altijd in de kou. Iedereen verwijst naar het gerechtelijk onderzoek dat lopende is. De Standaard sprak met bouwvakkers die overleefden. Sommigen zijn invalide en worden niet gecompenseerd. Anderen wachten nog steeds op achterstallig loon. Een van hen werd ontslagen. Een ander werd uit zijn huis gezet door de werkgever. Allemaal zijn ze zwaar getraumatiseerd. Hun verhalen leggen een structurele malaise van de Belgische bouwsector bloot. ­Malafide bedrijfjes konden zich makkelijk nestelen in een keten van meer dan tweehonderd onderaannemers.

Ondertussen blijkt uit een brief van een studiebureau die De Standaard kon inkijken, dat hoofdaannemer Democo op de hoogte was van stabiliteitsproblemen op de werf en maandenlang niet zou hebben ingegrepen. Nadat we meermaals om een uitgebreide reactie gevraagd hebben, zegt het bedrijf dat het de conclusies van het ­gerechtelijk onderzoek afwacht en niet wil deelnemen aan speculaties in de pers. Of de aanhoudende stabiliteitsproblemen waar de brief naar verwijst hebben bijgedragen aan de instorting van de school, moet het onderzoek uitwijzen.

Toen Viktor na de ramp wakker werd in het ziekenhuis, zag hij eerst alleen het hoofd van zijn broer onder een felle lamp. “Die vertelde mij wat er was gebeurd, stapje voor stapje. Pas een paar dagen later durfde hij te zeggen dat Nicolae en Mihail dood waren.” Viktor vertelt zijn verhaal in het kantoor van zijn advocaat in Antwerpen, een jaar later. Hij is er nog steeds slecht aan toe. Op zijn schouder, hoofd, onderrug en arm zitten grote littekens van bouten en hechtingen. Hij kan zijn rechterarm niet meer opheffen en is voortdurend duizelig. “De dokters zeiden dat het kan overgaan, maar dat de duizelingen en de hoofdpijn ook voor altijd kunnen blijven”, zegt hij.

Viktor is radeloos. Twee maanden na de ramp werd zijn dochtertje geboren in Moldavië. Ze heeft een spierziekte. “Ik lag in het ziekenhuis, mijn werkgever had mij ­laten vallen en de rekeningen stapelden zich op. Ik kon niet meer werken, maar de huur van het huis van mijn gezin moest worden betaald. Mijn vrouw moest om de twee weken naar Roemenië met onze dochter om haar te laten behandelen. Ik heb me het voorbije jaar steeds dieper in de schulden moeten steken. Ik ben zesentwintig, maar ik voel dat ik niet meer de kracht heb van een jonge man, die nodig is om mijn familie gezond te houden.”

Schijnzelfstandigen

Viktor en zijn overleden landgenoten zaten in een statuut van schijnzelfstandigheid. Hun werkgever had hen een paar aandelen gegeven in het bedrijf en zo “actieve vennoten” van hen gemaakt. Maar in de praktijk bleven ze gewone werknemers, met een baas die besliste wanneer ze moesten werken, hoeveel ze zouden verdienen en waarmee ze zich moesten bezighouden.

Door zijn statuut moet Viktor wachten op het resultaat van de rechtszaak voor hij iets van compensatie kan zien. Dat kan ­jaren aanslepen. Er zijn voorbeelden van arbeidsongevallen waarbij het dertien jaar heeft geduurd voor er een uitspraak was. Viktor heeft eenmalig 2.500 euro gekregen na de ramp, maar niet van zijn werkgever of van de hoofdaannemer. De collega”s ­hebben zelf een inzamelactie georganiseerd om alle gewonden iets te kunnen geven. “Maar ik heb hulp nodig”, zegt Viktor. “Ik kan niet zo lang wachten.”

De zaak is een schoolvoorbeeld van schijnzelfstandigheid, zegt Jan Knockaert van Fairwork Belgium. “Het is hoog tijd dat die wordt aangepakt.” Hij begeleidt Viktor en twee andere bouwvakkers in hun ­poging om hun arbeidsrechten te laten gelden. “Zo”n constructie van actieve vennoten is archaïsch geregeld. De aandelenstructuur is niet gedigitaliseerd, waardoor de arbeidsinspectie er nauwelijks zicht op krijgt. Het maakt wegkomen met uitbuiting veel te eenvoudig. Bij schijnzelfstandigen is er geen minimumloon, geen ­arbeidsongevallenverzekering en zijn er geen arbeidsrechten. Er zijn alleen “afspraken tussen medevennoten”. De werkgever moet bovendien geen sociale zekerheid ­betalen, omdat schijnzelfstandigen daar zelf voor moeten opdraaien. Op die manier stapelen de arbeiders soms duizenden ­euro”s aan schulden op waar ze niet eens van op de hoogte waren.”

De lijst van onderaannemingen op de werf van de school Zuidzin was zo”n kluwen dat niemand nog leek te weten wie ­allemaal op de werf rondliep. Zo was er minstens één sans-papiers aan het werk, die in het zwart werd betaald.

Verdoezeld slachtoffer

Toen de gewelven het begaven, stortte de Oekraïner Serhii Melesjuk (50) samen met de vloer naar beneden. Hij belandde in het ziekenhuis en is voor de rest van zijn leven werkonbekwaam. Omdat hij geen geldige papieren had, probeerde zijn werkgever zijn aanwezigheid te verdoezelen. Serhii moest doen ­alsof hij een toevallige passant was. Omdat zijn werkgever zijn onderdak, loon en ziekenhuiskosten beloofde te regelen, ging de ­Oekraïner akkoord. In het eerste verslag van hoofdaannemer Democo na de ramp klonk dat zo: “Voorbijganger (verder te ­onderzoeken): Serhii (geen gegevens ­beschikbaar)”.

Maar de werkgever liet Serhii stikken en hij belandde op straat. Hij kon niet overleven in België en keerde terug naar Oekraïne, vlak voor daar de oorlog begon. “Voor mensen als hij,” zegt Knockaert, “moet ­nagedacht worden over een tijdelijke verblijfsvergunning in afwachting van een uitspraak van de rechtbank. Slachtoffers van zware ongevallen moeten de tijd krijgen om hun leven te hernemen, op adem te ­komen en bescherming te krijgen.”

Weekcontracten

Maar ook het verhaal van Ali en Said, die de Belgische nationaliteit hebben, toont hoe precair statuten van bouwvakkers kunnen zijn. Twee weken na de ramp ontmoeten we hen voor het eerst. In een ­café in het Centraal Station in Antwerpen vertellen ze hoe hun leven is omver­gegooid. “Ik wil nooit meer in de bouw werken”, zegt Said. “Dat durf ik echt niet meer. Maar het is niet makkelijk als allochtoon in dit land, ik weet niet waar ik dan wel naartoe kan. Misschien heb ik geen keuze en moet ik in de bouw blijven.” Said werkte met weekcontracten en zit op dat moment thuis. Zijn werkgever zegt dat de verzekering pas na het ­gerechtelijk ­onderzoek kan tussenkomen, zegt hij. “Ik weet niet hoe ik mijn vaste kosten moet ­betalen. Als mijn loon deze maand niet komt, zal ik moeten lenen bij vrienden en familie.”

Zijn vriend Ali heeft wel een vast contract, maar is ook bezorgd. “Ik blijf in de bouw. Ik zou niet weten wat ik anders moet doen. Maar die ramp heeft iets kapot­gemaakt. Ik ben bang dat ik niet meer zal kunnen lachen. Normaal ben ik altijd ­degene die lacht. Nu heb ik al twee weken niet meer gelachen.” Ali, die geboren is in Afghanistan, vertelt dat hij dagenlang niet kon slapen. “Ik heb whisky moeten drinken om het te vergeten, dat eerste weekend. Mijn vrienden waren op bezoek, het was mooi weer, we wilden plezier ­maken, maar ik kon niet meer.” Hij krijgt de ramp niet uit zijn hoofd. “We hoorden die knal en dan was het als in de films: eerst was alles kleurrijk, zonnig en stil. Dan werd alles zwart-wit en hoorden we ­geschreeuw en het geluid van instortende plafonds. Het was als in een oorlog, we ­liepen door een dichte mist. Het deed mij aan Afghanistan denken, dat ik alleen ken van televisie. Ik had nog nooit dode mensen gezien.”

Said en Ali probeerden nog om collega”s te helpen. Boven hen bungelden blokken beton aan dunne staaldraden. Ze konden weinig doen, maar wisten een paar collega”s te helpen. “De stellingen hadden mensen geperforeerd, overal was bloed. We ­zaten zelf ook onder het bloed”, zegt Ali. ­Later die zomer wordt Ali ontslagen door zijn werkgever. “Dat was er totaal over”, zegt hij erover. “Ik wacht nog steeds op compensatie voor de periode dat ik niet kon werken. Maar er komt geen nieuws.”

Trauma”s

Een jaar later wordt duidelijk dat alle arbeiders die op de werf aanwezig waren, met trauma”s kampen. Ali kan nog minuut per minuut navertellen wat er is gebeurd. “Is het goed dat ik mij dat nog zo helder herinner? Ik denk het niet.” Hij vertelt hoe hij buiten kwam gelopen en vanuit de torens van Nieuw Zuid de hele wijk op hem neer zag kijken. “Het was alsof ik in een arena stond, of zo”n theater van de oude Grieken. Duizenden mensen keken naar beneden en ik had bloed over mijn armen. Ik raak niet van die beelden af. Als ik op mijn werk een schroevendraaier oppak, kan ik de school nog altijd zien instorten. Ik ben ook bang voor de toekomst. Nu werk ik aan een renovatie, maar wat als ik opnieuw in een nieuwbouwproject sta? Ik heb schrik dat het plafond naar beneden komt.”

Ook bij Said blijft de ramp rondspoken. Een jaar later vertelt hij aan de telefoon dat het hem gelukt is om nieuw werk te vinden, bij Volvo in Gent. “Maar als ik in Antwerpen rondloop, tussen de torens, komen de beelden nog altijd terug. Mijn familie zegt: “Het was nog niet jouw tijd.” Maar ik had kunnen sterven en ik zal daarom nooit meer dezelfde zijn. Misschien moet ik wel naar een psycholoog, maar ik ben tien uur per dag onderweg en heb geen geld voor een psycholoog. Ik wacht ook nog steeds op compensatie voor de periode dat ik zonder loon kwam te zitten.”

Op een herdenkingsplechtigheid van de vakbond, naast het geraamte van de werf, wil Said niet aanwezig zijn. “Het is te moeilijk.” Ali en Viktor zijn er wel, in het bijzijn van hun advocaat. Ali staat bedeesd achter een groep van vijftig vakbondsleden terwijl een vrouw zijn verhaal voorleest. Hij wil niet in de spotlight komen. Viktor toont zich wel aan de menigte, maar zegt niks. “Ik wil erkenning voor wat ons is overkomen”, zegt Ali. “Niet alleen een standbeeld en een herdenking, maar erkenning. Zonder ons raken die gebouwen niet gezet. Zonder ons is er niets. Maar wij worden niet als gelijken behandeld.”

Na de ceremonie van de vakbond, is er die van het stadsbestuur. De noodkreet van de slachtoffers en hun families keert terug. “Kan de stad – het was toch een stedelijke school – niets voor ons doen?”, vraagt de schoonzus van een van de Portugese slachtoffers aan de burgemeester. De ­Wever wijst naar het lopende onderzoek en de bouwprocedures van de stad. “Ik hoop dat het onderzoek zo snel mogelijk wordt afgerond. Het voelt nog onkies, maar we zullen inderdaad een debat moeten ­voeren over hoe de bouwsector eraan toe is.”

Посилання:https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20220618_92883854
google translate:  переклад
Дата публікації:18.06.2022 10:50:36
Автор:
Url коментарів:
Джерело:
Категорії (оригінал):
Додано:18.06.2022 12:01:06




Статистика
За країною
За мовою
За рубрикою
Про проект
Цілі проекту
Приєднатися
Як користуватися сайтом
F.A.Q.

Спільнобачення.ІноЗМІ (ex-InoZMI.Ruthenorum.info) розповсюджується згідно з ліцензією GNU для документації, тож використання матеріалів, розміщених на сайті - вільне за умов збереження авторства та наявності повного гіперпосилання на Рутенорум (для перекладів, статистики, тощо).
При використанні матеріалів іноземних ЗМІ діють правила, встановлювані кожним ЗМІ конкретно. Рутенорум не несе відповідальності за незаконне використання його користувачами джерел, згадуваних у матеріалах ресурсу.
Сайт є громадським ресурсом, призначеним для користування народом України, тож будь-які претензії згадуваних на сайті джерел щодо незаконності використання їхніх матеріалів відхиляються на підставі права будь-якого народу знати, у якому світлі його та країну подають у світових ЗМІ аби належним чином реагувати на подання неправдивої чи перекрученої інформації.
Ruthenorum/Спільнобачення Copyleft 2011 - 2014