Oh het platte land, mijn Vlaanderenland. Niet alleen Jacques Brel kon lyrisch doen over het Noordelijke deel van ons land. Ook Sidi Larbi Cherkaoui, tot begin dit jaar artistiek leider van Opera Ballet Vlaanderen en geboren uit een Vlaamse moeder en een Marokkaanse vader, onderzoekt in zijn nieuw werk ‘Vlaemsch’ wat zijn Vlaamse identiteit voor hem betekent.
Vlak voor Cherkaoui ons land achter zich laat en naar Le Grand Théâtre de Genève in Zwitserland trekt, gaat hij aan de slag met een vraag die hij als internationaal gerenommeerd choreograaf meermaals kreeg voorgeschoteld: voelt hij zich meer Belg of meer Marokkaan? En is zoiets wel een keuze? Zijn we niet altijd het product van al onze voorouders samen?
Geen gouden kaders
Samen met Cherkaoui’s eigen ‘Vlaamse meesters’: beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck, luitist Floris De Rycker en modeontwerper Jan-Jan Van Essche, maakt de choreograaf van zijn voorstelling één lange reis, die de toeschouwer om te beginnen mee terugneemt naar het begin van de 16de eeuw, toen de Zuidelijke Nederlanden politiek en economisch sterker stonden dan de Noordelijke.
Cherkaoui kijkt naar die geschiedenis door middel van de schilderkunst. Wie waren de Vlaamse Primitieven en de Vlaamse meesters en waarom trekken ze ook nu nog talloze toeristen naar ons land? Om die link te leggen, komen de dansers op met penselen en dansen ze zich met een zelden geziene elegantie een weg door sierlijke omlijstingen. Geen gouden kaders, maar grijze. Die grijstinten kenmerken het werk van beeldend kunstenaar Hans Op De Beeck, die instond voor het decor. En natuurlijk zijn die tinten ook ‘typisch Vlaams’, want waar elders ter wereld is de lucht steeds even grijs als de gebouwen en de auto’s?
Smeltkroes
Toch is Vlaemsch allesbehalve een chronologisch opgebouwd lesje geschiedenis of esthetica. Cherkaoui’s dansers komen uit alle uithoeken van de wereld: Japan, Rusland, Oekraïne, Congo, Duitsland, Israël, noem maar op. Helemaal op het einde krijgen ze elk een lijntje tekst in hun moedertaal en merk je pas op hoe rijk zo’n dansgezelschap wel niet is aan taal en cultuur. Je kan daar cynisch over doen – op z’n Van het Groenewouds: “Vlaanderen, waar de kerk in het midden staat/waar niemand Nederlands praat” – maar net al die culturen maken Vlamingen tot wat Vlamingen vandaag zijn. Cherkaoui wil dus zeker niemand één bepaalde cultuur of identiteit opleggen, maar tonen dat een cultuur net een smeltkroes is van andere culturen die erin samenkomen.
Meerstemmigheid
Daar sluit ook de livemuziek goed bij aan: Floris De Rycker weet als luitist en kenner van muziek van voor 1600 immers dat de westerse muziek sterk werd beïnvloed door de Arabische. De polyfone gezangen waarmee zijn ensemble Ratas del viejo mundo Vlaemsch verrijkt, kunnen symbool staan voor de vele stemmen en gezichten in onze cultuur.
Vlaemsch is een stuk verhalender dan je van een dansvoorstelling zou verwachten. Af en toe mocht het best wat gecondenseerder. Maar anderzijds laat Cherkaoui’s werkwijze ook ruimte voor humor. Zo neemt hij tijdens een geënsceneerde toeristische rondleiding een loopje met het belang van de Vlaamse meesters door hen af te schrijven als ‘witte cismannen’ en zitten er ook knipogen naar onze cultuur in de kostuums. Zo komt een van de dansers op een bepaald moment op in een Jupiler-T-shirt. Vlaanderen boven, waar de mensen belangrijk zijn en de (bier)buiken omvangrijk zijn. Misschien is het allemaal wel zo simpel.
‘Vlaemsch’, Nog tot en met 22 juni te zien in de KVS. Tickets en info: www.kvs.be
|