Het kunstenfestival Europalia belicht het verschijnsel ‘trein’ in al zijn aspecten. De expo met affiches in het Centre de la Gravure toont aan dat de NMBS niet terugdeinsde voor gedurfde grafiek.
Twee affiches van Cassandre, in krachtig wit, blauw en rood, smaken naar meer. De NMBS en andere spoorwegen hebben vaak met geweldige grafici en artiesten gewerkt, blijkt uit de expo Lines & tracks in het Centre de la Gravure in La Louvière.
Cassandre, alias Adolphe Jean-Marie Mouron, is maar een van hen. Hij belichaamt het tijdperk van internationale mobiliteit dat de treinen amper twee eeuwen geleden inluidden: geboren in Oekraïne uit Franse ouders, gestudeerd in Parijs, gewerkt in New York, net op tijd weer in Europa om gemobiliseerd te worden voor de Tweede Wereldoorlog. Zijn naam kent u misschien niet, zijn affiche voor Dubonnet herkent u meteen. Hij ontwierp ook de twee logo’s van Yves Saint Laurent. En affiches voor snelle boten en treinen, dus.
Nieuwe snelheid
Op de tentoonstelling zijn 150 affiches te zien op twee verdiepingen. Ze vertellen over een technologische revolutie die al een paar keer van gezicht is veranderd. Van de eerste 25?jaar van de Belgische spoorwegen zijn zelfs geen affiches meer over. Het waren communiqués over nieuwe trajecten, gericht op de zakenwereld.
Een affiche uit 1895 belooft Belgische landbouwers dat zuivel, groenten of bloemen die voor de middag in Oostende geleverd zijn, de volgende ochtend voor vier uur op Londense markten liggen. Die nieuwe snelheid is ook aantrekkelijk voor passagiers, die voor hun plezier beginnen te reizen. De wereldtentoonstellingen geven het toerisme een forse duw in de rug.
Dat levert prachtige posters op in belle-époque- of art-nouveaustijl, met mooie meisjes in badpak of elegante jurken die de geneugten van de Belgische kust of een waterkuur in Spa aanprijzen. Vaak waren ze van de hand van de kunstschilder Armand Massonet, van wie op de tentoonstelling twee schetsen te zien zijn naast de uiteindelijke affiche. Opvallend: het badpak van het ene model is in de afgewerkte versie verdwenen.
Na de Tweede Wereldoorlog groeit het goederentransport explosief: ontwerpers grijpen naar de taal van strips om zijn snelheid en veelzijdigheid in de verf te zetten. Het waren de jaren waarin containers in standaardformaten werden ontwikkeld en internationale verzendingen binnen het bereik van particulieren kwamen – ‘een kist naar Congo wordt in alle stations aangenomen!’ verzekert een affiche. Maar voor personenvervoer moest het spoor steeds vaker concurreren met de auto. Dat zie je aan affiches voor nacht- en autotreinen naar exotische of sneeuwrijke oorden, in popart-kleuren en sterke lijnen.
Eigen smoel
Het zijn stukjes tijdgeest met een eigen smoel die de affiches met foto’s vaak ontberen. Geleidelijk aan vormt zich het beeld van een bedrijf dat in zijn communicatie al eens achter de trends aanliep – nog in de jaren?60 probeert de NMBS Tati-achtige zakenmannen naar de trein te lokken, niet de groeiende groep jongeren en vrouwen die op dat moment met de trein reisden. Na de oliecrisis van 1973 duurde het nog tot de jaren 80 voor de trein in campagnes als milieuvriendelijk alternatief werd uitgespeeld.
En dat terwijl het bedrijf vormelijk echt wel mee was met alle trends en met bekende vormgevers of kunstenaars werkte – zo hangt er ook een affiche van Henri Evenepoel op de expo. De gedurfdste opdracht dateert van 1989: de kunstenaars Corneille, Pierre Alechinsky, Gerard Fromanger, Edouardo Arroyo en Antonio Segui maakten elk een kunstwerk in hun persoonlijke stijl, met niet meer dan een piepklein logo van Wagons Lits. Daar zal de marketingafdeling niet gelukkig mee geweest zijn, maar die vijf hedendaagse kunstwerken zijn een van de fijne verrassingen op deze tentoonstelling.
|