Wat een draai om de oren. Dinsdag werd in Porto nog de polonaise gedanst na de 0-4 die Europa verbaasde, op Sclessin werd het een 3-0-bolwassing die België en niet het minst Club Brugge zelf verbaasde. Kwestie van de voeten op de grond te houden.
Het verschil was te groot, tussen de prestatie van dinsdag en die van op Sclessin. Maar ook tussen de prestatie van Standard en die van Club Brugge. Wat een energie ging er van de Rouches uit. De dynamiek en motivatie leek de thuisploeg bij Club Brugge te hebben weggezogen. Het hielp de landskampioen natuurlijk niet dat Standard in de eerste helft op voorsprong kwam. Met een alweer fantastisch publiek dat voor een zinderende sfeer zorgde, bleven de spelers van Standard maar lopen. Bij Club Brugge leek het alsof enkele spelers hun dubbelganger het veld op hadden gestuurd. Abakar Sylla toonde bijvoorbeeld momenten van zwakte, door jeugdige onbezonnenheid. Niet onlogisch natuurlijk, maar wel nefast voor de ploeg.
“Een grote les”, noemde Club-trainer Carl Hoefkens het. “Drie, vier jongens kregen de jongste dagen na de zege in Porto veel aandacht. Sommigen werden opgeroepen bij hun nationale ploeg en die jongens hun leven verandert in enkele dagen. Daar zijn niet alle spelers klaar voor. Die stap moeten wij en zij nog zetten. Wij en zij moeten gewoon ons ding blijven doen. En dat is: zo veel mogelijk matchen winnen.”
Zwakke Yaremchuk
Drie goals binnen. Dat zou erop kunnen duiden dat er in de verdediging werd op los geknoeid. Niet meteen. Het was vooral in aanvallend opzicht dat het Club aan dadendrang ontbrak en energie ontbrak. Neem Roman Yaremchuk: slap in de duels en heel veel balverlies. De Oekraïense topaankoop moet nog veel vooruitgang boeken, in zowat alles. Conditioneel, automatismen en frisheid: het ontbreekt hem nog aan bijzonder veel.
“Ik geloof enorm in Roman, maar hij traint nog niet lang met de groep mee”, aldus Hoefkens. “Zoals met andere spelers wordt enorm hard met Yaremchuk gewerkt. De automatismen moeten nog komen. Ik ben er zeker van dat hij nog belangrijk gaat worden. Ik heb vertrouwen in hem.”
Hoefkens had het nochtans allemaal goed voorbereid. “De eerste vijftien à twintig minuten stemden me nog tevreden. We wilden ze door ons balbezit naar achteren drukken, maar we zijn nooit in de volgende versnelling geraakt. We konden hen niet tegen hun doel drukken en dat was ontgoochelend. Er was te weinig diepgang. Toen zij gingen tegenprikken en we na dom balverlies nog een goal tegen kregen, waren ze helemaal gelanceerd met dat publiek in hun rug. Na de rust was het iets beter, maar dan kregen we weer dat dom doelpunt tegen. Zo kregen zij energie, waardoor ze konden blijven lopen.”
Zijn spelers echt iets verwijten, deed Hoefkens niet.“Hoe meer wedstrijden je wint, hoe moeilijker het is die focus te blijven volhouden. Daarin moeten we verder evolueren. Ik heb geen gemakzucht gezien, ik zag drang genoeg. Het was alleen moeilijk om dat vol te houden.”
Goede recuperatie
Antwerp en Racing Genk staan bovenaan – twee clubs die niet Europees spelen. Club Brugge doet dat wel.
“Ik had de voorbije dagen niet de indruk dat we daaronder leden”, besloot Hoefkens. “De recuperatie was goed, daarom koos ik nagenoeg hetzelfde team (enkel Yaremchuk kwam in de plaats van Jutgla, red.). Maar zoals gezegd: het speelde voor sommigen misschien mee dat er heel veel veranderde in hun leven.”
Club was inderdaad flauw, maar het dient gezegd: Standard was verrassend goed. Na de 4 op 15 en het onbeholpen voetbal heeft het team zich aan de hand van trainer Ronny Deila – die een uitstekende indruk maakt – herpakt. Het is voor Club evenwel een mager excuus voor de 3-0-nederlaag.
|