Minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) werkt aan een verfijning van het afschakelplan voor gas. Een bewijs dat we wel eens in de problemen kunnen komen met onze energiebevoorrading, zeker nu ook landen zoals Nederland en Duitsland naar steenkool teruggrijpen? Volgens de regering is er geen reden tot paniek, aangezien België maar voor 4 procent Russisch gas afneemt en onze ligging en infrastructuur zeer goed zijn. Maar verplichte solidariteit met andere EU-landen in nood kan wel roet in het eten gooien.
Waarom hebben we een afschakelplan voor gas nodig?
Het woord afschakelplan doet een belletje rinkelen. We hadden er inderdaad al een, maar dan voor elektriciteit. Toen het licht een paar jaar geleden tijdens een strenge winter dreigde uit te vallen, werkte toenmalig Energieminister Marie-Christine Marghem (MR) een afschakelplan uit. Maar voor gas bestond dit gewoon niet. Tinne Van der Straeten ging aan de tekentafel zitten en schreef er ook een voor gas. Het plan werd in april aan de Europese Commissie bezorgd. Zeker nu Rusland meer en meer de gaskraan dichtdraait en landen zoals Nederland, Duitsland en Oostenrijk hebben beslist om zelfs terug te grijpen naar het zeer vervuilende steenkool, wordt zo’n afschakeling wel wat realistischer. Ons land kan immers geen energie meer opwekken met steenkoolcentrales. De laatste sloot een aantal jaar geleden al de deuren.
Wat staat er in dat afschakelplan?
Het is een plan om actie te kunnen ondernemen in noodsituaties, zoals bij een ernstige onderbreking van de gastoevoer of in situaties zoals we met de oorlog in Oekraïne momenteel kennen. Via verschillende crisisfases - de vroegtijdige waarschuwing, de alarmfase en de noodsituatie - kunnen netbeheerder Fluxys, de energiewaakhond Creg, de administratie Energie en de bevoegde minister verschillende maatregelen nemen. Met als ultimum remedium het stoppen van de gastoevoer voor iedereen. Maar vooraleer dat gebeurt, is er eerst nog een waslijst aan andere maatregelen.
Zoals in een eerste fase een oproep aan iedereen om minder gas verbruiken. Ook een oproep aan de buurlanden om minder gas in te voeren, is een mogelijkheid. Pas in een latere fase wordt aan niet-essentiële verbruikers gevraagd om minder of geen gas meer te verbruiken. Het gaat dan om bedrijven uit de industrie die hun activiteiten verminderen of stopzetten. Pas nadien komen de Seveso-bedrijven, elektriciteitscentrales en beschermde klanten zoals KMO’s aan bod. Pas als het echt niet anders meer kan, komen ook gezinnen en bijvoorbeeld ziekenhuizen in beeld.
Waarom moet het plan worden verfijnd?
Er loopt nu een bevraging bij 1.000 bedrijven over hun gasverbruik en het afschakelplan. Bedoeling is het noodplan nog verder te verfijnen. De industrie wil bijvoorbeeld dat beter wordt bepaald dat sommige sectoren pas in een latere fase worden afgeschakeld, zoals Sevesobedrijven of ondernemingen waar de infrastructuur in gevaar komt indien ze zonder gas vallen. Wie er financieel moet opdraaien voor de geleden economische schade bij een afschakeling, is ook nog een belangrijke vraag die dient te worden beantwoord. Bedoeling is alvast om zo veel mogelijk te werken met bedrijven die vrijwillig in het systeem stappen.
Betekent het plan dat België ook in de problemen komt?
Dat is volgens minister Van der Straeten niet het geval. Nederland voerde zondag wel een early warning in - de eerste fase van het afschakelplan -, waarna alle bevoegde instanties van de andere EU-lidstaten ook meteen de eigen bevoorrading moeten bekijken. Ook Van der Straeten, Fluxys en de administratie staken meteen de koppen bij elkaar. Maar van een probleem is er bij ons (nog) geen sprake.
“Wij zitten in de unieke situatie dat we bijna geen Russisch gas invoeren (4 procent, red) en het belangrijkste invoerland zijn voor gas”, luidt het op het kabinet van de Energieminister, verwijzend naar de LNG-terminals in de haven van Zeebrugge en het feit dat we over 3,5 keer meer gas beschikken dan we verbruiken. Maar dat gas wordt nu wel maximaal aan Duitsland geleverd, dat wel afhankelijk is van Russisch gas dat in mindere mate wordt geleverd.
Volgens de minister zit ook het aanvullen van de gasvoorraden voor de komende winter wel snor. Momenteel zitten we met 54 procent een maand voor op schema, klinkt het. Aangezien verschillende landen vorige winter in de problemen kwamen omdat de reserves niet waren aangevuld, verplichtte Europa iedereen om tegen oktober 90 procent van de capaciteit gevuld te hebben.
Moeten we andere landen in nood niet helpen?
Ja, Europa heeft inderdaad een systeem van solidariteit ingevoerd, waarbij landen die in de problemen komen, kunnen aankloppen bij andere EU-lidstaten. Het was een manier om Duitsland en vooral Oost-Europese landen - die zwaarder afhankelijk zijn van Russisch gas - gerust te stellen en intern te bevoorraden. En dat kan wel problemen veroorzaken. Want wanneer andere landen bij ons komen aankloppen, moet België een aanbod doen en ook het gas aanspreken dat hier door niet-beschermde klanten wordt verbruikt. Lees: industriële bedrijven moeten dan ook afschakelen om landen in nood te helpen. Toch voor zover die landen er eerst zelf alles aan hebben gedaan om minder gas te gebruiken en zelf een afschakelplan in werking hebben gesteld. En voor alle duidelijkheid: onze eigen essentiële bevoorrading mag niet in het gedrang komen, net zoals de bevoorrading van gezinnen en andere beschermde klanten zoals ziekenhuizen en andere essentiële infrastructuur.
|