Nafi Thiam is zaterdag als zevende geëindigd in het hoogspringen bij de Diamond League atletiek in Parijs. De tweevoudige olympische kampioene op de zevenkamp ging over 1m92.
Voor Thiam was het pas de eerste hoogspringcompetitie van het jaar en vooral de eerste grote test na een zware rugblessure in het voorjaar. Ze ging met 1m92 meteen even hoog als haar seizoensbeste van vorig jaar, toen ze zowel op de Spelen in Tokio als op de Memorial Van Damme dezelfde hoogte klaarde. Het persoonlijk record van Thiam staat sinds 2019 op 2m02. De winst ging in Parijs naar de Oekraïense Yaroslava Mahuchikh met een beste wereldjaarprestatie van 2m01.
“Ik ben super tevreden”, zei Thiam na afloop. “Dat ik na al die rugklachten meteen zó hoog ga, is echt top. Na die blessure heb ik nog maar drie hoogspringtrainingen gedaan, waarvan eentje met volledige aanloop dinsdag, en die was catastrofaal. Dit geeft veel vertrouwen. Als je weet hoe weinig ik heb kunnen trainen, moet ik op het WK in juli zeker hoger kunnen. En hopelijk al in Luik.” Op haar thuispiste werkt Thiam op 29 juni zowel de 100m horden als het hoogspringen af. Eerst staat volgend weekend nog het BK in Gentbrugge op het programma. “Daar kies ik voor verspringen en de horden”, vertelde ze.
De dubbele olympische kampioene heeft er ondertussen vier van haar zes voorbereidingswedstrijden op het WK opzitten. “Ik ben op de goeie weg. Het is door dit soort wedstrijden dat mijn vertrouwen stijgt. Ik probeer steeds minder aan die rugblessure te denken.”
Thiam miste in Parijs wel de limiet voor het EK in München in augustus, waar ze eventueel wil hoogspringen. Daarvoor is 1m95 vereist. “Ik wist niet eens dat dat de limiet was”, zei ze daarover. “Om maar te zeggen: mijn focus ligt helemaal op het WK in Eugene.”
|