Bitcoin is het nieuwe goud, ook al zwiept de waarde ervan feller heen en weer dan een populier bij windkracht 12. Afgelopen week kregen de virtuele munt en haar consorten nog ferme klappen door problemen met een uitleenplatform én de enorme inflatie. Coins die crashen, blocks die een chain vormen, en miners die delven: de cryptowereld is een jungle. Onze man begaf zich in het moeras en creëerde in één moeite door zijn eigen munt: de Fr@nk (FRP).
Een snelcursus crypto
Welkom in de jungle
Crypto is geld dat geen geld is, maar waarmee je wel onfatsoenlijk rijk kunt worden. Van uit elk denkbaar hoekje van het internet komen briljante tips gekropen. Ongeacht de doemberichten dat zulke virtuele munten niet meer zijn dan een luchtbel die ooit zal uiteenspatten, schreeuwen ze allemaal hoe poepsimpel het is om in crypto te investeren.
‘Poepsimpel’ is een relatief begrip. Hoe mateloos fascinerend de wereld van het nieuwe geld ook is, na wat gegoogle is het vooral een jungle. Met een taaltje zo enigmatisch dat een zin met amper drie woorden al onverstaanbaar klinkt.
Ergens op een website lees ik dat er elke dag opnieuw cryptomunten bijkomen. Als beleggingsvehikel, als een vorm van crowdfunding voor een start-up, maar ook als grap. Alles kan. Ja, er is maar één Bitcoin, maar er zijn nog duizenden andere virtuele munten – volgens de jongste telling 19.509, maar dat getal verandert elke minuut.
Er is plaats zat en aangezien het dit jaar exact twintig jaar geleden is dat de Belgische frank ophield te bestaan, is het hoog tijd dat iemand hem nog heel even terughaalt. Al was het maar voor de schijn en omdat ik toevallig ook zo heet. En dus wil ik de Fr@nk nieuw leven inblazen met een apenstaartje – dat staat modern.
Op Youtube zijn tig filmpjes te vinden over How to create your own currency in an instant. Ze blinken stuk voor stuk uit in hetzelfde: onverstaanbaarheid. Wie een eigen crypto wil maken, moet eerst kiezen: een coin of een token? Nog keuzes: welke exchange? Welke blockchain? Via het proof of work (PoW)- of proof of stake (PoS)-principe? Dan moet er nog een wallet worden aangemaakt of geïmporteerd met een seed phrase. En als de munt er is: lanceren via PancakeSwap? Of iets anders? En hoe zit het met de pool and supply?
Pizzadag
Begin bij het begin. Voor een journalist betekent dat: bellen naar iemand die weet waarover het gaat. Gwen Busseniers bijvoorbeeld. Crypto-experte, oprichtster van cryptoschool.be en auteur van de gids Bitcoin&Crypto, waarin ze in mensentaal uitlegt hoe de wereld van virtuele munten in elkaar zit.
Wat is zo’n cryptomunt eigenlijk? “De term dekt de lading: hij is virtueel, bestaat dus niet fysiek, tenzij op het internet, dat ook al virtueel is”, zegt Busseniers. Zo’n munt – crypto is de meest gangbare term – is dus géén geld. “Het is een virtueel grootboek, een oplijsting van wie hoeveel bezit van de crypto in kwestie. Dat geldt als eigendomsbewijs. Het is ook opgeslagen in een decentraal netwerk, dus zonder dat er een centrale instantie – bank en/of overheid – toezicht op houdt. Maar pas op: dat betekent niet dat er geen toezicht is, want per definitie heeft ieder lid van dat netwerk toezicht.”
Het is en was een fabelachtige uitvinding, zegt Busseniers. En ze is nog niet zo oud. “In oktober 2008, niet toevallig net na de bankencrisis, publiceerde ene Satoshi Nakamoto een paper met de titel Bitcoin: a peer-to-peer electronic cash system. Daarin deed ie haarfijn uit de doeken hoe een systeem kan werken waarin digitaal geld wordt gecreëerd zonder dat daar banken of een andere derde partij voor nodig zijn. Een systeem dat bovendien zo ingenieus in elkaar zit dat het niet kan worden misbruikt.” Wie die Satoshi Nakamoto is, weet nog altijd niemand. Vermoed wordt dat er achter het alter ego een hij of een zij of een groep computerwizards schuilgaat, maar tot vandaag is niet bekend wie.
Op 1 januari 2009 werd de Bitcoin gelanceerd, de allereerste werkende cryptomunt. Veel stelde het toen niet voor. Vooral omdat je er buiten de virtuele wereld niks mee kon aanvangen. Het was de kiem van een betalingsnetwerk dat nog moest groeien volgens de geprogrammeerde regels en dat alleen maar door Nakamoto en enkele ingewijden werd uitgetest.
De Bitcoin bleef groeien in de krochten van het internet, en een jaar later leerde ook de echte wereld de virtuele munt kennen. Het was 18 mei 2010 en de Amerikaan Laszlo Hanyecz, een Bitcoin-fan, liet op een forum weten dat hij een hongertje had en bereid was om 10.000 Bitcoin neer te tellen – toen het equivalent van 41 dollar – voor twee pizza’s. Het duurde vier dagen voor de man antwoord kreeg en zijn eten werd geleverd. Op 22 mei 2010 bracht ene Jeremy Sturdivant hem de pizza’s, rijkelijk belegd met paprika, peperoni en kaas. De allereerste geldtransactie in Bitcoin was daarmee een feit. Sindsdien is 22 mei in de cryptowereld een officiële feestdag: Bitcoin Pizza Day.
58.323 euro
Twaalf jaar later is Bitcoin niet meer weg te denken. Zeven jaar na zijn lancering begon de munt een hoge vlucht te nemen. Die is sindsdien niet meer gestopt. Ook al blijft Bitcoin heel erg volatiel, zoals alle crypto’s. Op 8 november 2021 stond de koers op zijn hoogste punt ooit en was één Bitcoin 58.323 euro waard. Een half jaar later was die waarde alweer zo goed als gehalveerd.
Na de Bitcoin zijn ontelbaar veel varianten op de markt gekomen. Sommige via exact hetzelfde principe, andere met andere programmering erachter. Maar tot vandaag hebben ze allemaal dezelfde eigenschap: ze zijn immens volatiel.
LEES OOK:Onze man begaf zich in de wereld van bitcoins en blockchains, en lanceerde dan meteen ook maar een eigen cryptomunt
Maar er zijn ook crypto’s die geprogrammeerd zijn om een stabiele koers te varen: de stablecoins. Een manier om dat te doen is door ze te koppelen aan een bestaand onderpand – zoals de dollar of goud – zodat ze die koers blijven volgen. Andere stablecoins proberen de volatiliteit tegen te gaan door het algoritme dat ze in zich dragen, dus door de manier waarop ze geprogrammeerd zijn (een smart contract in het jargon). Dat leek lang te lukken, maar de ondergang van de UST zette dat onlangs op de helling. Toen die stablecoin onderuitging, leidde dat tot een schokgolf in de cryptomarkt. Samen met de naweeën van corona, de oorlog in Oekraïne en de renteverhoging van de Amerikaanse Centrale Bank. De koers van onder andere de Bitcoin werd zo in een paar dagen gehalveerd.
Iedereen bank
De Bitcoin is gelanceerd als een antwoord op de traditionele banken die door de kredietcrisis in 2008 wereldwijd de economie in de miserie stortten. Satoshi Nakamoto bedacht met Bitcoin een manier om geld van eigenaar de laten wisselen zonder dat daarvoor een bank nodig is. Hij gebruikte daarvoor de blockchain. Letterlijk vertaald: een ketting van blokjes. En dat is krek wat het is. De Bitcoin-blockchain is een waterdicht systeem, niet te kraken, zegt crypto-experte Gwen Busseniers.
Bij een traditionele betaling, met een bankkaart bijvoorbeeld, zal de verkoper bij de bank van de koper nagaan of er wel genoeg geld op diens rekening staat om hem te betalen. Na de goedkeuring van die bank is de betaling een feit en wordt het geld van de ene rekening naar de andere overgeschreven. In een blockchain is er géén bank. Alle transacties vinden direct plaats tussen de betaler en ontvanger die gebruikmaken van het netwerk. Elke node – een soort opslagapparaat –krijgt een bericht van de transactie. Dat bericht voegt ie toe aan zijn grootboek, dat op zijn beurt bestaat uit alle voorgaande transacties. Daarnaast checken alle nodes ook bij elkaar of ze wel exact hetzelfde grootboek hebben. Zo sluiten ze frauduleuze transacties uit. Het is dus niet één instantie, zoals de bank, die de transactie valideert, maar alle nodes van het netwerk samen.
Vergelijk zo’n blockchain met een groep scheidsrechters die de puntentelling bijhouden van alle matchen. Als een scheidsrechter een andere telling zou hebben dan de rest, wordt hij geïsoleerd en permanent verwijderd uit de groep. Die gaat dan verder met de puntentelling van de meerderheid van de scheidsrechters.
Veronderstel nu dat men geen punten telt ,maar het aantal Bitcoin op jouw en mijn Bitcoinrekening, en dat een frauduleuze eigenaar zichzelf via zijn node meer Bitcoin wil uitkeren (vergelijk het met een ongedekte cheque). Dan zal zijn node met het “vervalste” grootboek al snel buitenspel gezet worden en kan die frauduleuze transactie niet doorgaan. Een aantal nodes die zijn goedgekeurd, vormen samen een block. Zo’n block wordt bij validatie toegevoegd aan de ketting van alle voorgaande transacties en maakt er vanaf dan ook onlosmakelijk deel van uit. Die ketting is de blockchain.
De technologie is een blijvertje, de munten zelf niet Hoe ingewikkeld en in sommige gevallen zelfs volkomen nutteloos die toepassingen rond crypto ook lijken, de technologie op zich is al deel geworden van ons dagelijkse leven. “De blockchain-technologie kent veel meer toepassingen dan alleen maar voor cryptomunten”, zegt crypto-experte Gwen Busseniers. “Er zijn al verschillende bedrijven die de technologie gebruiken. Supermarktketen Carrefour gebruikt ze bijvoorbeeld voor de herkomsttracering van haar voedselproducten. En horlogefabrikant Breitling plaatst de echtheidscertificaten van elk model op de Ethereum-blockchain.” En dan is er nog een toepassing met kans op overleven: de NFT’s. Een NFT is een non-fungible token, een digitaal object dat niet deelbaar is en waar dus maar één exemplaar van bestaat. Momenteel is er een ware hype gaande rond die NFT’s, waarbij gigantische bedragen worden betaald voor een uniek digitaal stuk. “Los van die hype, heeft NFT wel degelijk een nut in het dagelijkse leven”, zegt Gwen Busseniers. “Voetbalclubs geven al abonnementen uit als NFT, of geven korting in hun fanshop of op tickets bij het voorleggen van zo’n NFT. Grote persorganisaties zoals AP of CNN verkopen hun historische foto’s en filmpjes ook als NFT.” Wat de currencies – munten – zelf betreft, is er geen garantie dat eentje zal blijven bestaan. “Je bent geneigd om te denken dat Bitcoin een blijvertje is, maar zo’n glazen bol heeft niemand”, zegt Busseniers. “Die munt heeft wel alles in zich om nog enige tijd de populairste te blijven. Maar hoelang dat zal duren, weet niemand.”(frp)
|