Резюме: | Frankrijk verliest zelden Hoeveel kans de Rode Duivels maken tegen de Fransen, dat valt moeilijk te voorspellen. Op hun best ligt er weinig verschil tussen beide teams. De vorm van de dag is bepalend. Wat resultaten betreft, is Frankrijk al jaren even consistent als onze nationale ploeg. Met dat verschil dat zij onderweg wel wereldkampioen werden. Verliezen doet Frankrijk nauwelijks. Vriendschappelijk ging het twee jaar geleden wel de boot in tegen Finland, maar toen speelde het met een B-ploeg. Van hun laatste zes duels – waarvan drie op het EK – speelde Frankrijk er vijf gelijk. Hun gelijkspel tegen Bosnië springt in het oog, maar toen speelde het een helft met tien. Je kan die reeks bekijken als vijf wedstrijden zonder zege. Maar je kan ook benadrukken dat ze vijf keer niet verliezen. Voortdurend andere veldbezettingen Net als de Belgen vervulde ook Frankrijk niet zijn volle potentieel op het EK.Ik vond dat Didier Deschamps er een rommeltje van gemaakt had, door te vaak van veldbezetting te veranderen. Dan 4-3-3, in de wedstrijd nog switchen naar 4-4-2, maar evenzeer 3-5-2. Dat is nog steeds bezig. De oorzaak ligt bij het trio voorin, dat elkaar voortdurend centraal opzoekt. Mbappé en Griezmann kan je niet tegen de lijn plakken. Dus ofwel kies je voor een 4-3-3, waarin je hen voorin hun goesting laat doen. Of je kiest voor 3-5-2, waardoor ze voorin in een natuurlijke driehoek komen, met Griezmann onder Mbappé en Benzema. Zo speelden ze hun laatste interland tegen Finland. Dan krijg je alleen Pogba en Rabiot in het middenveld. Dat oogde kwetsbaar omdat ze ver uit elkaar werden getrokken. Heb je een driemansmiddenveld, met Tchouaméni of Veretout in steun, is de ploeg compacter. Scherpe driehoek Mbappé-Benzema-Griezmann Frankrijk wil controle over een wedstrijd. Vaak met langdurig breien, aan een veeleer traag tempo. De Duivels moeten echter oppassen dat ze niet in slaap worden gewiegd, want plots kunnen de Fransen versnellen. Aan de bal is Frankrijk uitzonderlijk goed. Alleen Spanje komt misschien in de buurt, zo goed zijn ze. De exponent daarvan is Karim Benzema. Zoals De Bruyne onze mond kan laten openvallen, zo geeft hij a touch of genius aan de aanvallen van de Fransen. Hij speelt ballen in twee tijden door of devieert ze in één toets zoals geen enkele andere spits. Dat is klasse, kunst zelfs met de grote K. Welke andere spits kan zo goed voetballen?Mbappé, dat is snelheid in de omschakeling. Of de een-tegen-een opzoeken, er voorbij proberen te kappen en dan voorzetten. En Griezmann is feeling. Tegen Finland maakte hij vorige maand twee schitterende goals, telkens op een ‘derdemanfase’: iemand speelt in op een andere speler, die vervolgens aflegt op Griezmann. Voelen wat er staat te gebeuren en waar hij moet opduiken, daarin is Griezmann top. De Fransen spelen eigenlijk vanuit hun positiespel, zonder al te veel beweging. Behalve dan voorin. Die drie zoeken elkaar voortdurend op. Als ze elkaar vinden, krijg je vlijmscherpe combinaties waartegen weinig te beginnen valt. Met Benzema als sleutelfiguur. Ongelooflijke dieptepasses van Pogba Of het nu Pavard of Dubois is op rechts, en Digne of Theo Hernandez op links, hun backs staan synoniem voor flinke rushes en voorzetten. Wees ook attent voor de afstandsschoten van Rabiot en Pogba. Voor Rabiot heb ik het nochtans minder. Frankrijk speelt op kwaliteit, niet op mentaliteit. En hij is daar exemplarisch voor. Goeie voetballer, maar vaak aan hetzelfde tempo, terend op zijn kwaliteiten. Dan is Pogba toch van een heelander kaliber. Vooral in zijn passing. Dieptepass, splijtende pass, doorsteekpass, over de grond, in de lucht: Pogba beheerst het volledige arsenaal. Eigenlijk kan hij alles. Met een pass van achteruit doorklieft hij een heel blok. Voorin heeft hij de gedroomde afspeelpunten. Benzema loopt heel slim. Mbappé loopt heel snel. Hetzelfde probleem als PSG Zijn de drive en eenheid er, dan is geen land beter dan Frankrijk. Hun achilleshiel is nooit de kwaliteit. Wel hun overdreven zelfvertrouwen dat neigt naar arrogantie. Niet vergeten, ze gingen er op het EK uit na strafschoppen tegen Zwitserland, maar in die wedstrijd stond het in de 75ste minuut 3-1 voor. Wat hen ook soms nekt: hun mentaliteit en verdedigende werk in het algemeen. Daarom wisselt Deschamps soms naar een 4-4-2. Zo heeft hij tenminste twee linies die doorbroken moeten worden. Want wat voor PSG geldt met Messi-Neymar-Mbappé, vormt ook bij Frankrijk een heikel punt. Tenminste toch als Mbappé, Griezmann én Benzema spelen. Dat is een teveel aan talent. Dan houdt Frankrijk maximaal acht spelers over om te verdedigen. Griezmann doet wel nog zijn best, maar die twee anderen lopen amper in balverlies. In het moderne voetbal is dat een probleem. Diepgang is cruciaal Op vrije trappen en corners geeft Frankrijk weleens iets weg, maar in open spel krijgt een tegenstander weinig kansen gegund. Een pressingploeg is Frankrijk niet. Laf zou ik ze niet noemen, maar zeker na een voorsprong zetten ze zich op de eigen helft en nemen een afwachtende houding aan. Dan zetten ze een blok op. Ook omdat ze in hun omschakeling met Mbappé over een ferm wapen beschikken. Wat je tegen hen moet doen, is proberen in hun rug te spelen. Diepgang tonen. Op alles wat voor de centrale verdedigers gebeurt, laten ze zich graag gelden. Varane en zeker Kimpembe duwen graag door. Achteruit moeten lopen, doen ze niet graag. Oekraïne speelde in september 1-1 gelijk en deed dat prima, met Yaremchuk die de Franse verdedigers naar de hoeken trok. Zeker als Frankrijk met vier achterin speelt, wordt de positie van onze pockets Hazard en De Bruyne heel interessant. |